Paul Oudijn (67) is vrijwilliger bij de Ruiterclub Pijnacker. Als voorzitter was de Pijnackernaar ooit van het denken, nu zit hij in het onderhoudsteam en is hij vooral van het doen. “Ik wil dat een plek als deze blijft bestaan.”
Eerst waren het de twee dochters van Paul Oudijn die bij de Ruiterclub op paardrijden gingen. Toen volgde zijn vrouw en niet veel later hij zelf ook. “Ik ben samen met een buurman stiekem op les gegaan om de anderen te verrassen. ”De eerste keer was wennen. “Zo’n paard is dan wel groot en hoog. Wel vond ik het meteen leuk.” Zelfs zo leuk, dat het hem nooit meer los zou laten.
Bijna dertig jaar later zit Oudijn nog altijd bij ‘de club’. Overigens doet de 67-jarige Pijnackernaar hier meer dan alleen rijden. “Vanaf het moment dat je lid wordt, ben je ook vrijwilliger. Ik heb twee rechterhanden en zit in het onderhoudsteam. Van het in orde maken van de weilanden tot het vernieuwen van het meubilair in de kantine: als het op klussen aan komt, zorgen wij er voor.” Het geeft hem voldoening als zo’n klus is geklaard. “Maar ik doe het natuurlijk vooral voor de vereniging. Ik wil dat een plek als deze blijft bestaan. Dat kan alleen als je hier met elkaar aan blijft werken.” Oudijn is ook als vrijwilliger een poos voorzitter van de Ruiterclub geweest. Of bestuurswerk heel anders was? “Het is een ander ‘vak’. Wel ben je net zo goed bezig met alles nog beter en mooier maken, alleen dan op een andere manier. Je bent meer een spin in het web van de organisatie.”